LEVENSKUNST

Joep Dohmen
Stefaan Van Brabandt

Levenskunst

Joep Dohmen (red.), Over Levenskunst. Grote filosofen over het goede leven. Amsterdam, Ambo, 2014, 270 p., ISBN 9789026327575, 24.99€

“Over Levenskunst – Grote filosofen over het goede leven” verschenen bij uitgeverij Ambo in 2014 is een chronologische bloemlezing (van de Oudgriekse Plato tot de hedendaagse Sloterdijk) van een veertigtal (eerder in het Nederlands vertaalde) filosofische teksten over levenskunst, geselecteerd en ingeleid door filosoof Joep Dohmen.

Deze uitstekende selectie biedt een breed overzicht van het filosofische denken over levenskunst en een verdiepend inzicht in de verschillende uitgangspunten, vooronderstellingen en praktische uitvoeringen waarin die levenskunst gestalte kreeg en krijgt. 

Hoe te leven is bij uitstek de centrale vraag van de praktische filosofie en wordt steevast verbonden met levenskunst: je oefent je in bepaalde deugden, karaktereigenschappen en zienswijzen waardoor je van je leven een kunstwerk kan maken. Je geeft vorm aan het “goede leven” door fysieke en mentale oefening, waarbij de maatschappelijke, sociaal-politieke of religieuze context mee bepaalt welke waarden of deugden gecultiveerd moeten worden.

Dit boek past nadrukkelijk niet in het rijtje van ‘welness-filosofie’-boeken dat de laatste jaren verschenen is, en dat behoort tot de bloeiende geluksindustrie, die zowel aan een reële vraag toegemoet komt als kunstmatig de behoefte nog wat verder opdrijft. Het verborgen gebod in onze cultuur luidt: “Ge zult eeuwig jong, mooi en gelukkig zijn, met de perfecte job, de perfecte partner, het perfecte gezin in het perfecte huis”. Leven als in een reclamespot. Overspannen reikhalzend naar zulk een voorgespiegeld geluksideaal, wordt toevlucht gezocht in zelfhulp-boeken, allerhande gelukstherapieën, esoterische workshops en wellness-resorts. De afdeling spiritualiteit in de boekhandel groeit elk jaar zienderogen, Mindfulness- en yoga-cursussen kennen lange wachtlijsten en lifecoaching is booming business. Al deze zaken zijn op zich erg waardevol; ze reiken wijsheden, inzichten en praktijken aan die op individueel vlak een verrijking en zelfs een transformatie van iemands leven kunnen betekenen. Toch kan je je afvragen of er daardoor niet wordt voorbijgegaan aan de onderliggende maatschappelijke en culturele oorzaken van ons onbehagen: in plaats van de heersende cultuur en waarden in vraag te stellen, lappen we onszelf op om te voldoen aan de eisen van een pathogene samenleving. We passen onze omgeving niet aan aan onze menselijke maat, maar we proberen via coaching en zelfgekozen disciplinering onszelf aan te passen: we trainen onze “psychische weerbaarheid”, onze “mentale fitheid” om onze “veerkracht” te verhogen.  We zijn er immers op gebrand om de immer onstuitbaar enthousiaste, creatieve, flexibele, multitaskende manager van ons eigen leven te worden, immer alles onder controle en permanent stralend van geluk.

In zijn inleiding bekritiseert Dohmen de lifestyle- of wellness-variant van filosofie, waarin schijn-autonomie en een naïef maakbaarheidsgeloof centraal staan, en onderscheidt het van wat hij over levenskunst verstaat, wanneer hij schrijft “hoe de traditionele programma’s van morele educatie (lees: verbetering) vervangen zijn door het dictaat van de markt, door hedonisme en consumentisme, en dat alles geleid door de neoliberale ideologie van vrijheid, blijheid.”.

In levenskunst ligt de nadruk op individuele verantwoordelijkheid en zelfverwezenlijking (met uitzondering van de deugdethiek van Aristoteles en het bodhisatva-ideaal in het boedhisme dat de nadruk legt op het relationele), waarbij echter niet wordt voorbijgegaan aan de tragische dimensie van het menselijke bestaan. Levens- of existentiefilosofen als Kierkegaard, Nietzsche, Sartre, Foucault en Sloterdijk –hoe verschillend ze ook zijn- hebben met elkaar gemeen dat ze het leven als een opdracht, als een opgave zien waarin je zelf in vrijheid en verantwoordelijkheid je leven zin moet geven. Bij Kierkegaard moet de enkeling kiezen, zich werpen in het absurde en van het esthetische en het ethische de sprong wagen naar het religieuze. Bij Nietzsche viert de Übermensch de dood van God, overwint het nihilisme en schept zelf zijn eigen waarden, ook al vreest Nietzsche dat dit heroïsche ideaal voor de meeste mensen te hooggegrepen is: de “laatste mensen” zijn te zwak, te laf en te bang en vluchten als slaven in escapisme (geloof, entertainment, slavenmoraal, decadentie). Bij Sartre is de mens veroordeeld tot vrijheid om zichzelf te bepalen en zich nooit te làten bepalen (“wat me vastlegt of definieert, ontkent me”, om Nietzsche te parafraseren). Ook hedendaagse denkers als Foucault (“maak van je leven een kunstwerk”) en Peter Sloterdijk ‘“du musst dein Leben ändern” & “oefenen in zelfzorg”) behoren tot deze traditie van de levensfilosofie, waar de mens opgeroepen wordt om zelf zin en geluk te stichten.

Alleen is dat een ontzettend ambitieus en hooggegrepen opvatting van de individuele menselijke maakbaarheid. Hoe als individu zin, waarde en betekenis stichten in een cultuur die dat niet stimuleert? Wanneer onbestemde gevoelens van onbehagen, onzekerheid, zinloosheid en leegte welig tieren, dan zegt dat ook iets over de cultuur waarin we leven, en de heersende waarden daarin. We zijn tenslotte geen losse individuen, maar ingebed in bestaande interpretaties en verhoudingen, vanwaaruit we de werkelijkheid ervaren en begrijpen. Hoe vrij we van onszelf ook denken te zijn, onze vrijheid is steeds gesitueerde vrijheid: wie we zijn, is altijd mede gevormd door de omgeving waarin we leven.

De betekenis en het belang van deze sociaal-culturele context speelt een cruciale rol in de deugdethiek van Aristoteles en wordt bij een hedendaagse filosofe als Nussbaum hernomen en geactualiseerd. De kracht van ‘Over Levenskunst’ bestaat erin dat je als lezer als het ware de teksten als een gesprek kunt opvatten waarin verschillende filosofische visies – over de grenzen van de tijd heen – elkaar overlappen, bevestigen, weerleggen, aanvullen, corrigeren en verrijken.

‘Over Levenskunst’ vormt alzo een inspirerende caleidoscoop waarin de cruciale passages over levenskunst uit de rijke ideeëngeschiedenis van de filosofie zijn samengebracht en met elkaar kritisch in dialoog gaan.

Stefaan VAN BRABANDT (Antwerpen)